Jan 2023 | (door Jetty van der Werf)
In de Tweede Kamer:
Weet u het nog? Begin november 2020 zijn er in de Tweede Kamer vier moties met ruime meerderheid aangenomen:
1. wettelijke verankering van de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL)
2. wettelijke verandering van tuchtrecht en tuchtraad voor letselschadeprofessionals
3. in overleg gaan over invoering stelsel van directe verzekering (unaniem aangenomen)
4. vermijdbare oorzaken van ontevredenheid bij slachtoffers in kaart brengen
In de maanden daarna waren er weinig ontwikkelingen, het was wachten op een nieuw kabinet. Maar ook na het aantreden van het nieuwe kabinet gebeurde er weinig.
Op 10 november 2022(!) heeft SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen vragen gesteld aan minister Weerwind van Rechtsbescherming over de langdurige letselschadezaken.
De heer Van Nispen: “Voor mensen met letsel staat hun leven vaak al op zijn kop, bijvoorbeeld na een verkeersongeval. We zien maar al te vaak dat mensen vervolgens voor de tweede keer slachtoffer worden, maar dan van een verzekeraar die de boel doelbewust loopt te traineren, niet binnen de termijnen antwoordt en er alles aan doet om vooral niet uit te keren en het geld in de eigen zak te laten. Dat moet echt stoppen. Ons geduld is op. We hebben hier bij de vorige minister al heel vaak aandacht voor gevraagd. Er zijn ook meerdere voorstellen aangenomen om de Gedragscode Behandeling Letselschade in de wet op te nemen, om tot onafhankelijk tuchtrecht te komen en om sancties in te stellen voor het overtreden van de gedragscode, die we dus in de wet willen hebben. Het voorstel dat ik hier vandaag wil doen, is om hoge boetes te hanteren voor letselschadeverzekeraars die de boel traineren. Wij vinden dat de claim uiteindelijk zelfs moet kunnen worden toegewezen bij verzekeraars die langjarig de boel traineren. Dat gebeurt gewoon”.
De minister antwoord dat ook hij wenst dat er een goede en voortvarende oplossing in letselschadezaken komt. De minister van Financiën werkt aan een wettelijke verankering van de Gedragscode Behandeling Letselschade. Het wetsvoorstel komt er in 2024.
De heer Van Nispen dringt bij de minister, die zijn medeverantwoordelijkheid dient te nemen, aan op een brief over wat er niet alleen pas bij die wet, maar mogelijk al eerder kan gebeuren.
De minister zal voor 1 juli 2023 met een dergelijke brief komen.
We houden de vinger aan de pols.
De Kamer voor Langlopende Letselschadezaken (Kamer LLZ)
In reactie op het rapport van Utrecht naar de kenmerken van langlopende letselschadezaken heeft de Letselschade Raad de Kamer voor Langlopende Letselschadezaken in 2021 ingesteld. De Kamer LLZ is één van de oplossingen voor langlopende letselschadezaken, omdat zowel slachtoffers als verzekeraars een belang hebben bij het definitief beëindigen van langlopende letselschadezaken.
Een zaak kan worden aangemeld als beide partijen hiermee akkoord gaan. De uitspraak van de Kamer LLZ is bindend.
De pilotfase is nu voorbij. Het aantal zaken dat is aangemeld valt tegen. Als mogelijke oorzaken worden genoemd: onbekend maakt onbemind en dat men de kat uit de boom wil kijken.
Slachtoffers en advocaten, die zaken hebben voorgelegd hebben veel waardering voor het proces en voor de uitslag. Kwalitatief is de pilot een succes, kwantitatief niet.
Werken met één medisch adviseur
Men wil eigenlijk toe naar een systeem waarbij in een letselschadezaak één medisch adviseur werkt, die de belangen van het slachtoffer behartigt. Een medicus heeft een eed gezworen, waardoor hij een onafhankelijk en objectief oordeel kan geven. Hiervoor moet hij/zij in het proces ook de ruimte krijgen. De medicus moet buiten het juridische proces blijven.
De medisch adviseur heeft ook persoonlijk contact met het slachtoffer.
Het klinkt goed. Met dit systeem wordt voorkomen dat het slachtoffer “gemangeld” wordt tussen de verschillende opvattingen van de medisch adviseur van de belangenbehartiger en die van de tegenpartij.
Bij het werken met één medisch adviseur in letselschadezaken bestaat bij ons zorg over de onafhankelijkheid van deze adviseur. Er zou een risico op belangenverstrengeling kunnen optreden, omdat medisch adviseurs rechtstreeks door de verzekeraar worden betaald.
In 2021 zijn we met een voorstel gekomen om belangenverstrengeling te voorkomen:
• een verzekeraar stuurt een verzoek voor een medisch rapport naar de intermediair
• de intermediair zoekt in het bestand van medisch adviseurs naar een geschikte medicus met de juiste kennis en ervaring, gelet op het letsel van het slachtoffer
• de medicus onderzoekt het slachtoffer en rapporteert de bevindingen terug naar de intermediair.
• de intermediair stuurt het rapport van de medicus geanonimiseerd door aan de verzekeraar
• de verzekeraar betaalt de kosten aan de intermediair, die deze weer overmaakt aan de betrokken medicus
Op deze wijze kan de verzekering geen invloed uitoefenen op de keuze van de medicus en hoeft de medicus ook niet bang te zijn voor represailles in welke vorm dan ook van de verzekering wanneer de verzekering niet blij is met de gerapporteerde bevindingen.
Er bestaat een Nationaal Keurmerk Letselschade. De grootste groep van aangesloten bedrijven zijn expertisebureaus, die voor slachtoffers werken.
Opvallende afwezige bij het keurmerk is de medisch adviseur. Het keurmerkreglement voor medisch adviseurs is nog niet klaar.